Voorkomen van brand!

In Nederland rukt de brandweer jaarlijks zo’n 6000 keer uit om woningbranden te blussen. De meeste branden beginnen tijdens het koken. Maar ook door het onvoorzichtig omgaan met kaarsen, sigaretten, open vuur of door slecht onderhoud of foutief gebruik van elektrische apparaten.

Het goede nieuws is: met eenvoudige maatregelen én door goed op te letten, kun je brand voorkomen. Hieronder lees wat je kan doen om de risico’s op brand te beperken:

Wasdroger

De droger staat met stipt op de eerste plaats van elektrische apparaten die brand kunnen veroorzaken.

Dat komt omdat hete lucht en stof een ‘ideale’ combinatie vormen.

  • Maak het filter van de wasdroger na iedere wasbeurt (maximaal na drie wasbeurten) stofvrij.
    Maak de luchtafvoerslang van uw droger ook één keer per jaar stofvrij. Door een verstopte slang raakt de droger oververhit en er kan brand ontstaan.

  • Een wasdroger moet eens in de vijf jaar van binnen grondig worden schoongemaakt door een vakman.

  • Laat de wasdroger liever niet draaien als u niet thuis bent.

Televisie

Zet de tv helemaal uit (niet op stand-by) als er niemand naar kijkt.
Als je tv kijkt worden er bepaalde onderdelen in de tv heet. Die onderdelen krijgen geen kans om af te koelen als je de tv op stand-by laat staan.
Het zal je nog verbazen hoeveel stof zich kan ophopen in een televisietoestel.
De combinatie warmte en stof heeft al veel tv-branden veroorzaakt.
In moderne tv-toestellen zal niet snel brand ontstaan.
Het risico is het grootst bij toestellen die naar de kinder – of studentenkamer zijn verhuisd, nadat voor de huiskamer een nieuwe tv is aangeschaft.
Uw tv-toestel helemaal uitschakelen scheelt u bovendien geld, want ook in stand-by stand verbruikt je toestel energie.

Halogeenverlichting

Wees voorzichtig met warme halogeen spotjes: Je kan je er lelijk aan branden (ook met 12-volt lampjes)
– Plaats halogeenverlichting niet te dicht bij gordijnen en meubels. Door langdurige verhitting kunnen die spontaan in brand vliegen.
– Bij inbouw in een verlaagd plafond moet de warmte goed weg kunnen. Zorg voor voldoende ruimte tussen plafond en verlaagd plafond.
– Informeer bij de aanschaf van inbouwspots altijd of ze geschikt zijn om in te bouwen in een houten of kunststof plafond.

Kabelhaspel

Rol een kabelhaspel altijd helemaal uit als je er een elektrisch apparaat op aansluit.
Een opgerold snoer in een haspel wordt warm, waardoor het isolatie materiaal smelt. Hierdoor wordt kortsluiting veroorzaakt waardoor brand kan ontstaan. Dit soort branden gaan gepaard met een enorme rookontwikkeling, wat veel schade kan aanrichten. Grote stroomverbruikers (elektrische frituurpannen of elektrische kacheltjes) kun je beter rechtstreeks op een stopcontact aansluiten. Zo voorkom je veel ellende.

Magnetron

Gebruik de magnetron of oven alleen voor het bereiden of verwarmen van voedsel of drank. Het verwarmen van of drogen van ander materiaal dan voedsel levert brandgevaar op. Let er bovendien op dat je de juiste bereidingstijd instelt (seconden of minuten).

Elektrische deken

Als een elektrische deken de hele zomer opgerold of opgevouwen in een kast heeft gelegen, kan de bedrading beschadigd zijn. Daardoor kunnen kortsluiting en brand ontstaan.
– Probeer de deken eerst uit voordat je deze bij het slapen gaat gebruiken. Blijf erbij staan!
– Vouw de elektrische deken helemaal uit als je deze aansluit.

Afzuigkap

Bij een vlam in de pan of bij intensief gebruik van het kooktoestel kan de hele afzuigkap in brand raken. Zeker als de kap vet is, kan in één keer een grote brand ontstaan. Dat heeft helaas vaak tot gevolg dat de keuken volledig uitbrandt.
– Maak de filter van de afzuigkap één keer in de drie maanden schoon.
– Vervang het filter op tijd (wanneer dit moet gebeuren lees je in de gebruiksaanwijzing van je afzuigkap).

Klein huishoudelijk apparatuur

Maak een broodrooster, stofzuiger, haarföhn, frituurpan e.d. regelmatig schoon.
Vervuilde apparaten zijn een stuk onveiliger en vergroten de kans op brand. Achtergebleven broodkruimels in het broodrooster kunnen zo warm worden dat ze in brand kunnen vliegen.
Pas ook goed op met Föhns, want zodra je een brandgeur ruikt is er risico op kortsluiting en dus brand.
Eigenlijk geldt voor alle huishoudelijke apparaten dat ze regelmatig schoongemaakt moeten worden
In de meeste gebruiksaanwijzingen staan schoonmaak instructies, maar je kunt natuurlijk ook bellen met de fabrikant.

Inbouwapparatuur

In elk apparaat ontstaat warmte. Iets om rekening mee te houden als je een tv, versterker, videorecorder, pc, oven magnetron of halogeen spotjes inbouwt.
Onvoldoende ventilatie veroorzaakt oververhitting en dat vergroot de kans op brand. Maak daarom voldoende ruimte vrij rondom je inbouwapparatuur, zodat de warmte goed weg kan.

Gas en elektra

Ongelukken met gas en elektra in woningen komen gelukkig niet vaak voor in Nederland.
Maar als het mis gaat, zijn de gevolgen wel groot.
Koolmonoxidevergiftiging, brand, elektrocutie of een gasexplosie: je wilt het gewoon niet riskeren.
De belangrijkste oorzaken zijn achterstallig onderhoud, ondeskundig doe-het-zelven en slechte ventilatie.
Wat moet je nu precies doen en laten in de omgang met gas en elektra:
– Houd alles stofvrij. Een keer per week de filters van het mechanische ventilatiesysteem stofzuigen bijvoorbeeld.
– Gebruik gas- en elektriciteitsleidingen niet om dingen aan op te hangen.
– Zorg dat kruipruimtes altijd toegankelijk blijven zodat in noodsituaties, zoals een gaslek, de leidingen makkelijk bereikbaar zijn.
– Naast explosiegevaar bestaat ook het gevaar van koolmonoxidevergiftiging. Goede ventilatie is nodig voor de verbranding; stop daarom nooit ventilatiegaten dicht.
– Ongeacht welk apparaat, het moet het aardgas dat toegevoerd wordt, kunnen verbranden. Daar is zuurstof voor nodig. Is er te weinig zuurstof, dan is de verbranding niet volledig en vormt zich koolmonoxide.

Indicaties van gevaar

– De vlam in de geiser, cv-installatie of kachel is oranje in plaats van blauw zoals bij een goed afgesteld gastoestel) en hoger dan normaal.
– Door de vrijkomende waterdamp, die niet via de afvoer verdwijnt, beslaan de ramen.
– Houd de hoofdafsluiters van gas, elektriciteit en water goed bereikbaar. Bij brand of gaslekkage moeten gas en elektriciteit snel kunnen worden afgesloten.
– Zorg dat alle zekeringen intact zijn. Als er regelmatig (kort)sluiting ontstaat, moet je de oorzaak daarvan opsporen en de zekering beslist niet doorverbinden met zilverpapier. Als je dat doet, zal bij de volgende (kort)sluiting veel warmte vrijkomen, waardoor brand kan ontstaan.

Mocht er na het nemen van bovengenoemde preventiemaatregelen onverhoopt brand ontstaan:

– Blijf kalm. Alleen dan denk je logisch na.
– Waarschuw je huisgenoten.
– Vlucht volgens vluchtplan.
– Houd deuren en ramen gesloten en sluit deuren achter je.
– Blijf dicht bij de grond.
– Gebruik NOOIT de lift.
– Bel NA ONTSNAPPING meteen 112.

Vluchtplan:

Bij brand verandert je huis in een doolhof, want de verduisterende rook zorgt ervoor dat je niets meer ziet.
Zorg daarom dat je samen met je huisgenoten een goed vluchtplan maakt voor het geval er brand uitbreekt.
Bedenk ook een alternatief voor het geval de weg naar de uitgang niet meer bereikbaar is.
Door dit vluchtplan regelmatig te oefenen, weet je wat je te doen staat als er bij je thuis brand ontstaat.
Let bij het maken van een vluchtplan ook extra op de kinderen in huis.
Als kinderen ontdekken dat het huis in brand staat, is hun eerste reactie om zich te verstoppen, bijvoorbeeld in een kast of onder het bed.
Ook kinderen moeten weten wat ze moeten doen en moeten kunnen vluchten.
Kan je kind bijvoorbeeld zelf de deur openen in geval van nood?
Spreek ook af waar ze je weer ontmoet als ze eenmaal buiten zijn.